Dit is het verslag van de fietstochtjes op de mountainbike (en enkele wandelingen) die Rudi en ik in de zomer van 2022 in Frankrijk en Italië maken. Deels doen we dat over oude militaire wegen, hoog in de bergen. In zeven fietsdagen rijden we zo’n 420 kilometer en stijgen daarbij 12.300 meter.
Vooraf
Het plan was om twee tot drie weken op de mountainbikes in de Maritieme Alpen te fietsen, met overnachtingen in hotels en berghutten. Maar ik ben al langer dan een jaar herstellende van een vervelende heup- en rugblessure, heb soms last van polsklachten en daar is sinds kort een pijnlijke tenniselleboog bij gekomen. Kortom, een uitdagende fietsvakantie zit er helaas niet in. Ons plan is nu om vanuit enkele vaste locaties dagtochtjes te gaan maken. Na een lange autorit, waarin we nog even de Middellandse Zeekust aantikken, komen we aan op de camping municipal van Tende.
Dag 1: Wandeling Tende
Op deze eerste dag gaan we een stukje wandelen. Via de smalle straatjes, steegjes en tunneltjes van Tende (815 m) lopen we naar de begraafplaats. Hierna stijgen we over een steil paadje verder naar de rotswand ten westen van het stadje. Bovenop staat de kleine Chapelle Saint-Sauveur. Vanaf hier hebben we een aardig uitzicht. We lopen verder omhoog totdat we op ongeveer 1.500 meter het hoogste punt bereikt hebben. Hierna volgt een vrij saaie afdaling door het bos.
Dag 2: Tende > Col de Tende > Vallon de Casterino > Tende (61 km)
Vandaag fietsen we de Col de Tende op. We vullen de rugzakjes met vers brood van Boulangerie des Merveilles en gaan van start. We zagen het eergisteren al in de auto, en nu weer: overal in de Valléede la Roya werkt men aan de weg. De overstromingen in oktober 2020 hebben tussen Breil-sur-Roya en de Tunnel de Tende veel schade aan de weginfrastructuur veroorzaakt. De herstelwerkzaamheden zullen naar verwachting jaren duren.
De deels onverharde pasweg is makkelijk en dankzij de vele haarspeldbochten vrij afwisselend. Boven op de Col de Tende (1.871 m) is het druk met dagjesmensen die vanaf de Italiaanse zijde met de auto omhoog zijn gekomen. We rijden een rondje langs de indrukwekkende fortificaties. Vanaf de pashoogte lopen in oostelijke en westelijke richting militaire wegen verder het gebergte in. De oostelijke, de Via del Sala, bewaren we voor later deze week.
Wij fietsen aan de Italiaanse kant westwaarts naar de Fort de Giaure: een leuke klim met een mooi uitzicht op de Rocca dell’Abisso. We stranden op een paar honderd hoogtemeters op een steil wandelpad met losse keien. We keren om, dalen weer af naar de pashoogte en nemen aan de Franse zijde een jeeptrack richting de Ancienne caserne de Peïrefique. Het uitzicht op de vele haarspeldbochten van de Col de Tende doet me denken aan de Portachuelo de Llanganuco in Peru (zie reisverslag Peru 2017, dag 8).
We stijgen nog even verder door naar de Baisse de Peyrefique (2.040 m) en dalen dan over een mooie weg naar het ruige Vallon de Casterino. Onderwijl pikken we een oud tunneltje en een brug over een waterval mee. Ook in dit mooi zijdal van de Roya is men op diverse locaties met herstelwerkzaamheden bezig. Vanaf Saint-Dalmas-de-Tende is het nog een paar kilometer vals plat naar Tende, waarna we de camping bereiken.
Dag 3: Wandeling Tende
Het weerbericht voorspelt niet veel goeds. Daarom gaan we vandaag wandelen. Dat doen we vanaf de camping. We lopen eerst een paar kilometer over een geasfalteerde weg langs de bergbeek Réfréi tot aan een oude steengroeve, en daarna verder over een jeep track naar het gehucht Granges de la Pia (900 m). Ook in deze vallei zijn nog sporen van de aardverschuivingen zichtbaar.
We klimmen naar een strategisch gelegen, oud bunkercomplex dat zich op ca. 1.350 m in een markante berg bevindt. Het is via twee ingangen toegankelijk en het is er pikkedonker. Na een korte afdaling klimmen we aan de overzijde van de beek weer omhoog naar een bergwand vanaf waar je mooi kunt uitkijken over de vallei. Het gaat behoorlijk flink regenen en we dalen dan ook zo snel mogelijk weer af naar de camping.
Dag 4: Wandeling Tende
Vanwege mijn fysieke ongemakjes prefereer ik tussen de fietsdagen door een wandeldag. Hopelijk helpt dit bij het herstel. Ik slenter wat door het hoofddal en door de vele steegjes en trappetjes van Tende. Rudi fietst naar de Col de Tende op en neer.
Dag 5: Tende > La Brigue > Via del Sale > Tende (88 km)
Vandaag gaan we eindelijk datgene doen waarvoor we het hele eind naar Zuid-Frankrijk zijn gereden: de Via del Sale. De naam verwijst naar een van de zouttrajecten waarlangs tijdens de 14de en de 15de eeuw zout vanuit Nice met muilezels over de bergkammen naar Turijn vervoerde. Later heeft men op enkele plekken, en vooral bij de Col de Tende, militaire versterkingen gebouwd.
Er zijn meerdere manieren om op deze bergkam te komen. Wij doen dat vanuit het gezellige plaatsje La Brigue (750 m), dat op enkele kilometers ten zuidoosten van Tende is gelegen. Bij de Chapelle Notre-Dame-des-Fontaines verlaten we de geasfalteerde weg en gaan over een jeeptrack verder. Deze aanloop is alleen tussen 1.300 en 1.500 m hoogte vrij steil, en verder prima te doen. Ook is de weg vrijwel verkeersluw; slechts af en toe komt er een jeep of motorrijder voorbij.
Nadat we een hoogteverschil van bijna een kilometer hebben overbrugd, bereiken we de bergkam bij de Baisse de Sanson (1.700 m). Vanaf hier wordt het wegdek opeens een stuk slechter: we hobbelen kilometers lang over keien en nog eens keien. Leuk is anders. We fietsen eerst vooral aan de Franse kant van de bergkam, en daarna hele stukken aan de Italiaanse kant. Na het tolhuis (Stazione Ingresso Via Del Sale), waar automobilisten 20 euro en motorrijders 15 euro moeten betalen, verbetert het wegdek.
Als we bij de Passo di Framargal (2.200 m) om een heuvelrug keren, belanden we opeens in het sprookjesachtig mooie Valle dei Maes. Het hele stuk tot aan de Col de Tende heeft het stenige landschap prachtige vormen. Vlak voor de Rifugio Don Barbera (2.070 m) komen we een kudde schapen tegen, en later staan we nog stil als een kudde koeien de weg blokkeert. Vanaf de beroemde Tornante della Boaria (2.100 m) kijken we ver Italië in, en zien we in de verte de Monviso (3.841 m). Na een welverdiende afdaling halen we pizza.
Dag 6: Reisdag
Aangezien de Tunnel de Tende voor meerdere jaren gesloten is, rijden we met de auto over de smalle en deels onverharde pasweg naar Italië. Elke rijrichting heeft elke twee uur een kwartier de tijd om aan de rit te beginnen. Je rijdt dus in een karavaan naar boven. De bochten zijn vaak steil en twee maal moet ik een extra keer steken om niet in de goot of afgrond te rijden. Bovenop de Col de Tende dalen we af over een smalle, geasfalteerde weg waarop veel auto’s met dagjesmensen ons tegemoet rijden.
Halverwege de middag komen we aan op Camping Valle Maira. Deze camping is niet al te groot, met vlakke, ongenummerde plekken en goed gras, plekken tussen de bomen of juist in de zon, gelegen aan een bergbeek (fijn om bij te slapen), en met relatief veel mensen met een tent. Men bakt zelf lekker vers brood (af). De toilet-, douche- en afwasvoorzieningen zijn netjes. Er is een klimpark en groot grasveld waarop je kunt voetballen en frisbeeën. Een topcamping dus!
Dag 7: Camping > San Damiano > Colle Sampeyre > Camping (64 km)
Vanaf de camping dalen we eerst een heel stuk door het Valle Maira af naar het plaatsje San Damiano. Daar slaan we linksaf het zijdal in. Na een kilometer is er een splitsing: rechts is de hoofdweg en links een smal weggetje. Wij gaan voor de smalle weg, die door het bos en langs een beekje loopt, en op een gegeven moment best wel steil wordt: 15 tot 20%. Gelukkig fietsen we in de schaduw.
Na een scherpe bocht naar rechts wordt de weg onverhard. Enkele kilometers later bereiken we het gehucht Fracchie, en vervolgen de weg door een bos over een heel slecht tractorpad vol met keien. Na enkele kilometers verandert de jeeptrack in een wandelpad dat verrassend goed te fietsen is. In het dorpje Serre staan huizen met leisteendaken en een kerkje. We hebben hier een mooi uitzicht door het hele zijdal. Vanwege het slechte wegdek zijn we al best gaar, terwijl we die dag nog duizend meter klimmen voor de boeg hebben.
Na nog eens tweehonderd meter stijgen komen we eindelijk bij de oude militaire weg die vanuit de Povlakte helemaal tot voorbij de Colle Sampeyre loopt. Op de kaart ziet deze track er makkelijk uit, maar de vele keien maken het zwaar om te fietsen. Af en toe komen er mensen op een mountainbike, motorfiets of toy car voorbij. Zodra we boven de boomgrens zijn, worden we vanaf de bergkam beloond met mooie uitzichten naar het zuiden en zuidoosten. Verderop zien we in het zuidwesten mooie rotspartijen en in het westen dreigende wolken boven de bergen.
Bovenop de Colle Sampeyre (2.274 m) maakt Rudi nog even een foto van een kunstwerk van staal. Daarna dalen we af. Het is een smalle, bochtige weg waarvan wij een stuk sneller afdalen dan de dagjesmensen in hun auto’s. Af en toe is er een heel mooi uitzicht op hoge, steile rotswanden. Na een mooie afdaling gaan we chillen op de camping.
Dag 8: Wandeldag Monte Bert
Voor de afwisseling gaan we vandaag wandelen. We rijden omhoog richting Marmora en parkeren de auto een paar kilometer na het dorpje Preit. We stijgen zeshonderd meter en komen vlak voor de Lago Nero op een soort plateau. Vanaf daar klimmen we nog honderd meter verder naar de Monte Bert (2.394 m). Vanaf de top hebben we een fraai 360 graden uitzicht. We dalen af en bereiken na slechts elf kilometer wandelen de auto.
Dag 9: Villar > Colle di Bellino > Villar (33 km)
We rijden eerst met de auto westwaarts naar Vilar (1.380 m), het eerste dorpje na Acceglio. Vanaf de parkeerplaats fietsen we over asfalt enkele kilometers steil omhoog (15%) naar het noorden. Op ongeveer 1.600 meter hoogte wordt het wegdek steeds slechter. Na vijf kilometer gaan we definitief verder over de onverharde, oude militaire weg, die tot aan de top overigens nergens meer steil of lastig is.
Vanaf de col, genaamd La Colletta (2.850 m), fietsen we nog een stukje verder naar een oude militaire barak. Dit was vroeger een uitvalsbasis voor de soldaten die de bunkers in de omgeving bemanden. Je kunt in het gebouw lopen, maar er is niets interessants te zien. Op de achtergrond stijgen wolken aan één zijde tegen de bergrug omhoog; een mooi gezicht.
Wij gaan weer verder. De mountainbikeroute gaat vanaf La Colletta eigenlijk nog naar de top van de Monte Bellino (2.937 m). Dat wandelpad ziet er echter niet zo fietsbaar uit. Ook wil ik niet onnodig mijn pijnlijke elleboog belasten. Daarom traverseren we met de fiets op de arm over een smal paadje naar de Colle di Bellino. Midden in een met stenen bezaaide helling komen we langs een oude bunker waarvan de vier muren naar buiten zijn omgevallen.
Na een korte klim bereiken we de pashoogte (2.795 m). Het uitzicht op de ruige bergen is fenomenaal. De technische afdaling die volgt is voor geoefende mountainbikers te doen, maar voor ons best uitdagend. We lopen regelmatig met de fiets aan de hand. Pas bij de koeienverzamelplaats bij Grangia Nicolina komen we weer uit op een jeep track. De Rocca Croce Provenzale (2.402 m) torent hier letterlijk en figuurlijk boven de alm uit. De afdaling naar de startplaats is verder makkelijk.
Dag 10: Rustdag
Het is vandaag prachtig weer, maar toch neem ik een rustdag. Gisteren kreeg ik van het dragen van de fiets last van een pees bij de rechterknie en ook mijn rechter elleboog blijft irriteren. Dan is een dagje niks doen het beste. Rudi gaat nogmaals de Colle Sampeyre op fietsen om zo toch wat lichaamsbeweging te krijgen.
Dag 11: Camping > Rifugio Gardetta > Colle Valcavera > Camping (55 km)
Vanaf de camping fietsen we een klein stukje naar Ponte Marmora, en slaan linksaf naar het zuiden. Met stijgingspercentages tot 15% is het al snel flink aanpoten. Ik heb wat last van een pees van mijn rechterknie en doe rustig aan. Bij Marmora slaan we rechtsaf richting de Colle del Preit. Af en toe moeten we flink aan de bak. Gelukkig trekt de pijn langzaam weg. De smalle weg tot aan de col is toegankelijk voor auto’s, al is het niet vervelend druk.
Bovenop de Colle del Preit (2.080 m) bereiken we breed plateau waar meerdere jeep tracks overheen lopen. We fietsen verder naar het westen over een redelijk goede weg, waarop soms ook voorwiel-aangedreven auto’s ploeteren. We bestellen Apfelstrudel en koffie bij Rifugio Gardetta (2.335 m). Hier mag geen gemotoriseerd verkeer komen. Zonder het irritante geronk van motoren is het hier in het zonnetje aangenaam toeven.
Vanaf de rifugio klimmen we weer oostwaarts. We hebben continu uitzicht op de imposante piek Rocca la Meja (2.832 m). Het is hier heel afwisselend fietsen. We zien hoe een Italiaanse vader op een gravelbike zijn zoontje op een mountainbike op een steiler stuk met een touw trekt. Dat is toch veel stoerder dan de vele fietsers op e-mtb’s die omhoog ‘geduwd’ worden.
Op een gegeven arriveren we bij een aantal oude militaire gebouwen: de Caserma Della Bandia (2.405 m). Bij de Colle Valcavera (2.416 m) bereiken we het asfalt en komen in wéér een nieuwe vallei met wolkenflarden. Er gaat vanaf hier een weg naar beneden naar Demonte. Wij slaan linksaf naar de Colle Fauniera (2.481 m), waar een monument voor ‘piraat’ Marco Pantani staat, en vervolgens de Colle d’Esischie (2.368 m). Wat resteert is een onregelmatige afdaling naar de camping.
Dag 12: Wandeldag Celle Macra
Vanwege het verwachte slechte weer maken we vandaag een korte wandeling in een zijdal op ca. 20 minuten rijden van de camping. We lopen tussen de tiny villages op de oosthelling van de vallei, elk met oude huisjes, een kerk, een watertap en een mededelingenbord. Onderwijl zien we een tiny cloud uitgroeien tot een enorme onweerswolk. Als we om 14.00 uur op de camping terugkomen begint het te regenen. We zitten de dag uit totdat we om 19.00 uur pizza kunnen halen, genieten nog even van de mooie avondlucht en gaan vroeg naar bed.
Dag 13-16: Vogezen
De volgende dag rijden we naar de Vogezen. Vanaf de grote Camping du Schlossberg (500 m) bij Kruth maken we enkele fietstochten in de directe omgeving: één naar het westen (56 km) en één naar het oosten (65 km). Na de prachtige Maritieme Alpen zijn de Vogezen vrij saai. De hoogtepunten zijn fietsen in het onweer, lunchen in bakkerij Les Délices de Cornimont en dampende pizza eten in de auto.
Statistieken
– Dag 2: Tende > Col de Tende > … > Tende (61 km; 1.700 hoogtemeters)
– Dag 5: Tende > La Brigue > Via del Sale > Tende (88 km; 2.300 hm)
– Dag 7: Camping > San Damiano > … > Camping (64 km; 2.200 hm)
– Dag 9: Villar > Colle di Bellino > Villar (33 km; 1.460 hm)
– Dag 11: Camping > Rifugio Gardetta > … > Camping (55 km; 1.700 hm)
– Dag 14: Vogezen rondje westwaarts (56 km; 1.500 hm)
– Dag 16: Vogezen rondje oostwaarts (65 km; 1.640 hm)